Keus, A. Keus, Adriaan Keus geb 1875-1955

Keus, Adriaan is geboren op 7 september 1875 te Rotterdam en overleden op 15 mei 1955 te Soest. Hij woonde en werkte in Den Haag tot 1910, Putten (Gld.) tot 1916, Baarn tot 1920, van 1920 af te Soest. Leerling van de Akademie voor B.K. in Den Haag (1898-1899), raadgevingen van H.W.Mesdag. Hij schilderde, tekende en etste landschappen, boerenwoningen, bossen en bollenvelden. Was lid van \'Arti et Amicitiae\' te Amsterdam. Tentoonstellingen Rotterdam1902 en Amsterdam 1903. Adriaan Keus wordt op 7 september 1875 te Rotterdam geboren als zoon van Dirk Leendert Marie Eliza Keus en Klara Cornelia van Traa. Zijn vader is luitenant-terzee. Als Adriaan drie jaar is vertrekt het gezin voor drie jaar naar Den Helder. In 1885 terug naar Rotterdam. Daar wonen zij tot 1889. De oudste broer van Adriaan volgt een opleiding als adelborst en vader Keus heeft stille hoop dat Adriaan die opleiding ook wil gaan volgen. Als Adriaan 14 jaar oud is gaat hij naar Oosterhout voor een drie jaar internaats-HBS-opleiding. Hij slaagt in 1892. Terug in Rotterdam moet er beslist worden over de verdere studie van Adriaan. Een opleiding tot adelborst wordt het niet. Omdat Adriaan grote belangstelling heeft voor de natuur, wordt besloten dat hij in Leiden bij de Rijksacademietuin een opleiding voor tuinleiders gaat volgen. Deze cursus volgt hij anderhalf jaar , dan verhuist hij naar Londen voor een studie botanie. In zijn vrije tijd bezocht hij de Londense museums en in de stilte van deze zalen ontwaakte in hem steeds meer het verlangen tot tekenen van de natuur.Ook de studie botanie heeft hem steeds meer in deze richting gestuurd. Terug uit Engeland kiest Adriaan Keus definitief voor de kunst. Van 1896 tot 1899 studeert hij aan de Academie van Beeldende Kunst te Den Haag. Hij behaalt de acte van bekwaamheid voor Huis-en Schoolonderwijs in het Handteekenen. Na de academie ontwikkelt hij zich verder als landschapschilder. Hij gaat vriendschappelijk om met Bernard Schregel en hij krijgt raadgevingen van Hendrik Willem Mesdag.Van 1900 tot 1911 is Adriaan als tekenaar, aquarellist en kunstschilder volledig opgenomen in het Haagse kunstleven. Hij wordt werkend lid van het Schilderkundig Genootschap Pulchri Studio in Den Haag. Lange Voorhout 15. Dit eervol lidmaatschap brengt hem in nauw contact met andere kunstenaars van ‘naam‘, en biedt hem de gelegenheid in groepsverband in Pulchri te exposeren, of daar in portefeuille ter inzage te leggen.Van Pulchri krijgt hij het bericht dat koninging-moeder Emma zijn aquarel Het Geitje uit de portefeuille heeft aangekocht. Adriaan Keus vindt in Den Haag veel kunstvrienden, maar ook zijn hartsvriendin Lucy Fancy van Batenburg waarmee hij zijn leven wil delen. Het paar trouwt op 17 februari 1911 in Den Haag. Het jonge paar vestigt zich in Putten op de Veluwe.Mevrouw Keus wordt verpleegster in het nieuwe herstellingsoord. In de zes jaren in Putten worden twee kinderen geboren. Lucy Adriana (die later in Soest met Jan Tans zou trouwen) en Adriaan Cornelis. Mevrouw Keus zorgt voor het basis inkomen en haar man tekent en schildert maar door in de omgeving. Hij blijft toch een echte Haagse kunstschilder. Via de Pulchri Studio wordt werk verkocht en af en toe krijgt hij van de direkteur een plezierig bericht. \" Waarde Heer Keus, Heden had ik het genoegen H.M.de Koninging rond te leiden en maakte daar gebruik van om uw tekening Aan de plas aan te bevelen; ik had het genoegen dat zij deze kocht voor f 100.=, Met vriendelijke groete, P.Petermeijer.\" Het gezin Keus gaat in 1917 in Baarn wonen en na drie jaar in Soest. Adriaan Keus woont van 12 december 1920 tot aan zijn dood op 15 mei 1955 op Soest aan de Ossendamweg 8, later vernummerd naar 28. In Soest wordt op 21 december 1921 het vierde kind geboren. Klara Siebregje Keus. Soms krijgt hij van de Pulchri Studio bericht dat er weer een schilderij of tekening is verkocht. In 1922 koopt H.M. de Koninging een tekening voor f 100.=. In oktober 1931 ontvangt hij een ‘regeringstelegram‘ van Het Loo, dat de Koningin het schilderij Ons Huisje voor tweehonderdvijftig gulden heeft gekocht en een aquarel voor vijfenzeventig gulden. In 1934 koopt H.M. de Koningin via Pulchri het schilderij het kerkje te Eemnes. Op 15 mei 1955 overlijdt Adriaan Keus in Soest. Hij wordt op de Algemene Begraafplaats aan de Veldweg begraven. Bijna dertig jaar later in oktober 1984 duiken er wat aquarelletjes op van Keus. met als onderwerpen boerenschuren met bomen en kippetjes. Een handelaar-antiquair zit er wel brood in. Hij ontdekt een ‘onbekende Soester Schilder‘. Er wordt een oproep geplaatst in de Soester Courant van 15 augustus 1984 naar werk van Keus. Het resultaat is een tentoonstelling, georganiseerd door de Stichting Oud Soest en de heer Cees van Oevelen. Bijna veertig werken van de hand van Adriaan Keus worden uit particulier bezit in de Oudheidkamer bijeengebracht. Uit informaties via de rubriek verdwenen soest weten we verder dat Adriaan Keus zijn leven aan de kunst heeft gegeven. Het heeft hem helaas geen gewin gebracht. De bodem van de gezins-portemonnee was in de jaren Soest voortdurend in zicht, maar Keus schilderde en aquarelleerde voort. Veel schilderijen diende als ruilhandel of om zijn schuld af te lossen. Zo zijn vele kunstwerkjes in roulatie gekomen.

Kunstenaars Collectie   (2 Afbeeldingen)